Oh pioniers! | roman van Willa Cather

Voor het eerst gepubliceerd in 1913, "O Pioniers!" is de eerste roman in Willa Cather's "Great Plains" trilogie. Gevolgd door "Het Lied van de Leeuwerik" in 1915 en "Mijn Ántonia" in 1918, stelt "O Pioniers!" ons voor aan de Bergsons, een familie van Zweeds-Amerikaanse immigranten die in de fictieve boerderijstad Hannover, Nebraska, aan het begin van de 20e eeuw wonen. Het verhaal gaat over het leven van Alexandra Bergson, die samen met haar moeder en drie broers de familieboerderij erft als haar vader sterft. Vele jaren van mislukte oogsten dwingen de buren van Bergson om hun boerderijen op te geven en te verkopen, iets wat Alexandra's broers Oscar en Lou willen doen, maar wat Alexandra en haar moeder niet willen doen. In plaats daarvan overtuigt Alexandra de familie om een hypotheek te nemen op hun huis om de omliggende grond op te kopen. Tegen de achtergrond van het beheer van de boerderij ontwikkelen zich twee romantische relaties in de roman, een tussen Alexandra en haar jeugdvriendin Carl Linstrum, die na vele jaren terugkeert, en een andere tussen Alexandra's jongste broer, Emil, en de ongelukkig getrouwde Marie Shabata. "O Pioniers" is een klassiek portret van de strijd van immigranten in de grote vlakten van Amerika, een verhaal van succes in het gezicht van de ontberingen en de groei van een jonge vrouw onderweg.