NOORWEGEN, VAN TEEN TOT KRUIN

Geschreven door Myra de Rooy
Leestijd: 5 minuten

Myra de Rooy knipte haar tocht van het zuidelijkste puntje van Noorwegen, de vuurtoren van Lindesnes, naar de Noordkaap in stukken, omdat ze de seizoenen wilde ervaren. Ze schreef er een boek over In de lengte. Een persoonlijk verhaal over de kracht en de schoonheid van de bergen. In dit artikel lees je een fragment uit haar boek waarin ze door het Øvre Dividal Nationaal Park loopt. Over de sensatie van het langeafstandslopen door ongerepte natuur en iedere ochtend niet weten waar je ’s avonds zal slapen.


Drieduizend kilometer solo op ski’s en te voet door de bergen.


Bergen zijn goed gezelschap

Lopen is een merkwaardige bezigheid. Waarschijnlijk verplaatst alleen de mens zich ter ontspanning. Alle andere wezens bewegen om voedsel te vergaren of om te voorkomen een ingrediënt van de maaltijd van een ander wezen te worden – beweging als deel van leven en overleven. Het is plausibel dat dit aanvankelijk ook voor de mensheid gold. Plezier in wandelen is van later tijd, vermoedelijk pas ontstaan na de intrede van ‘vrije tijd’ – nadat in de eerste levensbehoeften was voorzien.


Steenmannen in in alle maten en vormen en rode verfmarkeringen wijzen Myra de weg

Rechts: een overzichtskaart van het gehele traject dat Myra liep. Dit artikel gaat over het traject van de Nordkalottleden door het Øvre Dividal Nationaal Park (niet ver van Narvik)

Een speciale categorie lijken de langeafstandslopers, vaak eenlingen, die meer willen dan een blokje om. Opstaan en vertrekken waar ik de vorige dag ben gestopt, is ongecompliceerd én verslavend. Niet weten waar ik mijn loopdag beëindig, geeft een onmetelijk gevoel van vrijheid. Slechts lopen – dat is genoeg om één te worden met de omgeving, om te versmelten met het grotere geheel, zonder iets of iemand te missen. Het geeft een ander gevoel van ruimte. In de stad verlies ik al snel de connectie met het buiten zijn. Ik zie bergen als goed gezelschap, alsof ik bij geliefde vrienden langsga. Het zijn geen doelloze ontmoetingen, ze stillen fysieke en geestelijke honger.

Een klimmer schreef eens: ‘Als ik niet meer kan klimmen, dan ga ik wandelen in de bergen. Als dat te zwaar wordt, dan zoek ik de heuvels op. Wanneer mijn lichaam dat evenmin aankan, dan ga ik vanuit een stoel genieten van het uitzicht.’ Hij vergat het archief aan herinneringen te noemen, waaruit ik onuitputtelijk kan delven en waar ik in weg kan dromen. Zodat ik opnieuw een berg kan beklimmen, ontmoeten of slechts bewonderen. Eens komt het keerpunt en dan kan ik door me in die binnenwereld terug te trekken onbeperkt blijven ronddolen – maar voorlopig wandel ik door.


Noordwaarts

Voor velen is het Abisko Fjällstation startpunt voor Kungsleden, minder wandelaars vertrekken hier zoals ik noordwaarts. Het is er overladen en ik ben blij dat ik de Koningsweg in de sneeuwperiode heb afgelegd. Aan de buitenmuur van het berghotel hangt een unster voor wie wil weten welk gewicht er meegezeuld gaat worden. Mijn rugzak weegt achttien kilo. Ik draag voor negen dagen eten bij me, want de berghutten op het volgende Noorse traject hebben geen provisiekast en ik kan onderweg niets kopen.

Het meanderende pad van de minste weerstand

In ruim een week doorkruis ik het Øvre Dividal Nationaal Park. De bergtoppen liggen zij aan zij, staan schouder aan schouder, elk met een eigen karakter.  Gevormd door de tijd, door geologische processen die leiden tot groei én verval. De bergen en dalen dicteren opnieuw mijn wandelroute. De weg die ik volg is het pad van de minste weerstand en dat loopt hier nooit, zoals in polders, vlak en kaarsrecht, maar daalt en rijst, zigzagt en meandert. Het natuurpark is gevarieerd met oude naaldbossen en dwergberkzones, stenige plateaus naast scherpe pieken, diepe kloven met watervallen, eenzame rivierdalen en verstilde meren. Uitgestrekte steenvalleien als tegenhanger van meer intieme bloemrijke dalen. Steenmannen in alle maten en vormen en rode verfmarkeringen wijzen mij de weg. Gletsjers lieten hun stempel achter in de vorm van U-dalen en groteske keien, die ogenschijnlijk liggen waar ze niet thuishoren. Toen het ijs smolt, bleven de zwerfstenen als drenkelingen achter. Mijn geologenhart ontwaakt uit een winterslaap. Granaatglimmerschist, groenschist, gabbro en graniet zijn gesteenten die ik onder mijn voeten aantref.

Bij zoveel mooie gesteenten ontwaakt mijn geologenhart uit een winterslaap

Onmisbare steenmannen

Kijk ik beter dan zie ik dat deze steenwereld bewoond wordt door insecten en een lemming vlucht weg. De ‘grote vier’ van het Noorden – bruine beer, veelvraat, lynx en wolf – laten zich niet zien. In de Gaskashytta hangen foto’s van een beer die in 2012 bij die hut rondsnuffelde. Ze komen hier dus echt voor.

Ik volg een deel van de Nordkalottruta, een achthonderd kilometer langeafstandspad dat voornamelijk door Noorwegen loopt, maar ook door delen van Zweden en Finland. Deze trektocht is zoals bergwandelen moet zijn: stralend kortebroekenweer; lekker pittige afstanden en flink op en neer; weinig medewandelaars; knusse zelfvoorzieningshutten met af en toe een tentnacht; en landschappelijk is het om mijn vingers bij af te likken.


Lees meer over dit grote avontuur in Myra’s boek: In de Lengte

In totaal heeft Myra vijf boeken geschreven over haar avonturen. Daarvan zijn – naast In De Lengte – nog verkrijgbaar:

  • Chamlang – over de eerste Nederlandse vrouwenexpeditie in de Himalaya
  • Dochters van de Bergen – sterke vrouwen uit Iran, Ladakh, Oost-Turkestan en Tibet

Zie ook haar website!

Myra de Rooy
Myra de Rooy heeft van jongs af aan een speciale band met de bergen. Ze heeft geologie gestudeerd. Sinds 1986 reist ze regelmatig naar de Himalaya regio en Scandinavië. Ze heeft ruim 15 jaar voor de International Campaign for Tibet gewerkt.
Andere blogs over Noorwegen